(Bijna) pijnloos spuiten zetten
1. De context: niet alle verplegenden van ons ziekenhuis slagen erin om pijnloos injecties te plaatsen
De kwaliteitsdienst van een groot ziekenhuis heeft geconstateerd dat er in sommige afdelingen geregeld klachten zijn over pijnlijke injecties, en in andere afdelingen bijna nooit. Deze constatatie gebeurde bij de opvolging van een opleiding over spuiten zetten; die opleiding heeft dus wisselend succes. De opleidingsverantwoordelijke van het ziekenhuis heeft beslist om een BLITS-traject te lanceren, als alternatief voor de klassieke opleiding ‘spuiten zetten’ . Hij zocht hiervoor hulp bij het departement Gezondheidszorg van de hogeschool waarmee ze courant samen werken. Hieronder volgt een chronologisch verslag.
2. De opdracht en de betrokkenen
In onderling overleg stellen het ziekenhuis en de hogeschool een duo van begeleiders aan: een ervaren docent (als externe groepsbegeleider) en een hoofdverpleger (als intern contactpersoon). Zij krijgen als opdracht: een groep van verplegenden begeleiden om samen te zoeken hoe je pijnloos spuiten zet en hoe deze kennis kan overgedragen worden op alle verplegenden. De begeleiders overleggen met de opleidingsverantwoordelijke van het ziekenhuis, enkele hoofdverplegenden en enkele docenten. Ze besluiten om een gemengde groep samen te stellen van vrijwilligers: drie ervaren verplegenden, drie nieuwelingen, een arts en iemand van de kwaliteitsdienst.
3. De opstartfase: De interne en externe begeleider starten de BLITS-spuitgroep op
De deelnemers leren elkaar kennen aan de hand van ieders persoonlijk spuitverhaal (elke deelnemer vertelt zijn eigen geschiedenis met het geven en krijgen van spuiten, en de kennis die hij/zij hierover heeft). De begeleiders verduidelijken hun rol en leggen er de nadruk op dat zij geen lesgevers over spuiten zijn, maar wel de organisatoren van de BLITS-spuitgroep. De groep verduidelijkt in onderling overleg wat precies het dubbel doel is, en hoe ze de leervraag kunnen afbakenen. Met hun agenda’s bij de hand stellen ze samen een timing op; ze beslissen om tweewekelijks samen te komen gedurende twee uren kort na de middag, in totaal tien maal.
4. De uitvoering van het BLITS-traject
De inhoudelijke werking van de BLITS-spuitgroep begint bij de tweede bijeenkomst. Er ontstaat meteen discussie over het pijngevoel bij spuiten: hangt dat af van de techniek van het inspuiten, of eerder van de omgang met de patiënt? De groepsbegeleider onderbreekt de hoog oplopende discussie en nodigt iedereen uit om 5 minuten te vertellen over zijn mislukkingen en onzekerheden bij het spuiten zetten. Dat geeft ook enkele ‘stille’ groepsleden de kans om inbreng te geven. De groepsbegeleider belooft een kort verslag van de bijeenkomst binnen de 3 dagen, en iedereen vertrekt met de opdracht om minstens twee collega’s te interviewen over het probleem.
In de derde bijeenkomst presenteert elke deelnemer de resultaten van zijn interviews (naamloos). Het probleem blijkt nog groter te zijn dan men dacht. Ook vele ervaren verplegenden worstelen er mee. Eén deelnemer heeft geen interviews afgenomen, zogezegd omwille van tijdsgebrek. Dit euvel wordt aan de timide verpleger vergeven. Zo neemt het onderling vertrouwen in de groep nog toe. Aan het einde van de derde zitting kiest iedereen een land waarin hij/zij op internet info gaat zoeken over pijnloos spuiten zetten tegen de vierde bijeenkomst. Iedereen plaatst zijn oogst aan internet-info op de (gesloten) intranet-pagina van de groep. Er komt voldoende materiaal naar boven om zittingen vier en vijf mee te vullen. De groepsbegeleider zorgt ervoor dat ‘iedereen bij de les blijft’. Eén van de groepsleden stelt voor dat hij een database van voorbeelden en technieken wil samenstellen. Een drietal groepsleden komt apart samen om de opbouw van deze database te bespreken.
In de zesde zitting stelt het database-groepje zijn werk voor aan de volledige groep. De opbouw is mooi, maar de kwaliteit van de inhoud is nogal divers. Alle groepsleden mogen tien punten verdelen over de voorbeelden/technieken die zij het meest waardevol en/of realiseerbaar vinden. De database-ontwerpers zetten de scores om in een sterrensysteem.
In de zevende zitting worden de hoogst scorende voorbeelden en technieken omgezet in concrete praktijkopdrachten: elke deelnemer zal tegen de achtste zitting twee gekozen technieken (laten) uitproberen en evalueren. De achtste zitting zit dus vol van verhalen, die de toegekende scores nog versterken of afzwakken. Uit een tussentijdse evaluatie blijkt dat de deelnemers zelf veel geleerd hebben al doende, ook de ervaren verplegenden.
In de negende zitting ontwerpt de groep één aanpak: ‘zo zetten wij pijnloos spuiten’, die ze gaan uitwerken en propageren. In deze aanpak worden de sterke punten van de beste voorbeelden samengebracht. Drie deelnemers engageren zich om hierover een tekst te schrijven, onder coördinatie van de kwaliteitsverantwoordelijke. Drie andere deelnemers willen een YouTube filmpje maken.
5. Het afsluiten van de werking en de overdracht
De overblijvende deelnemers organiseren een slotzitting voor de hoofdverplegenden en afdelingshoofden . Daarin stellen alle deelnemers het werk van de BLITS-spuitgroep en de resultaten voor. Die resultaten zijn samengevat in een brochure, en staan meer uitgebreid op een speciale intranet-pagina voor alle personeelsleden. Iedereen kan zelfs reageren met eigen ervaringen en aanvullingen.
De begeleiders brengen hun tussentijdse evaluaties samen met de effectmeting van de kwaliteitsdienst in een rapport voor de opleidingsdienst en de ziekenhuisdirectie. Deze zijn zodanig tevreden over de bereikte resultaten dat zij de deelnemers van de BLITS-spuitgroep een etentje aanbieden in een sjiek restaurant.
De begeleider van de hogeschool introduceert het opgestelde pakket als cursus voor de laatstejaarsstudenten verpleging.